Traditioneel aansteken
De gebruikelijke (maar inmiddels achterhaalde) manieren van aansteken komen vaak op hetzelfde neer: onderop aanmaakhoutjes met een paar aanmaakblokjes, daar bovenop grotere houtblokken. Aansteken van onderaf. Hiermee gaat de kachel zeker branden. Maar met de kennis van vandaag weten we ook dat er nadelen kleven aan deze stooktechniek.

Wanneer het vuur onderop begint dan botsen de vlammen tegen de bovengelegen houtblokken. Vanaf circa 150 graden Celsius worden houtmoleculen omgevormd naar houtgas. Terwijl die pas nagenoeg volledig worden verbrand bij circa 700 graden Celsius. Bij traditioneel aansteken komt veel houtgas vrij, terwijl de kachel niet in bedrijfsstand opereert. Er is onvoldoende temperatuur om de houtgassen te verbranden. Het is onvermijdelijk dat houtgassen onverbrand via de schoorsteen de kachel verlaten.

Zwitserse Methode
Onderzoek aan de universiteit van Luzern heeft aangetoond dat je de uitstoot tijdens de aansteekfase flink kunt beperken. De stooktechniek is daarbij letterlijk omgedraaid: je stookt van boven naar onder.

Wanneer je het vuur van bovenaf ontsteekt kan het hout eronder langzaam opwarmen en transformeren naar houtgas. De stijgende houtgassen kunnen worden afgefakkeld in het vuur bovenop. Mits gebruik wordt gemaakt van droog hout (berk of vurenhout is zeer geschikt voor de aansteekfase) en voldoende aanmaakhout dan kan de kachel binnen 10 minuten op temperatuur zijn.

Verantwoord stoken begint dus bij het aansteken van de houtkachel. De manier waarop kan al een groot verschil maken. Door de kachel top-down aan te steken, ofwel de Zwitserse aansteekmethode toe te passen, steek je de kachel op een eenvoudige en schone manier aan.

Deze Zwitserse aansteekmethode pas je dus toe in de zogenaamde aansteekfase. Het is van belang dat je de houtstapel kruislings stapelt (gekloofde kant naar boven) en daarbij gebruik maakt van voldoende stukken hout (met een omtrek van rond de 30 cm), grote stukken hout onderop met daarop steeds kleiner wordend hout, een stuk of tien aanmaakhoutjes en een aanmaakblokje. Wij leggen deze methode hieronder verder uit aan de hand van een stappenplan:

Stappenplan Zwitserse aansteekmethode:

  • Één van de belangrijkste elementen om verantwoord stoken is het gebruik van droog en schoon hout. Het vochtpercentage van het hout moet ca. 15% zijn. Meten is weten, maak daarom gebruik van een houtvochtmeter.
  • Zet vervolgens de luchttoevoer van de houtkachel helemaal open.
  • Stapel de blokken hout kruislings. De grootste blokken onderop met het schors naar onder. Behoud tussenruimte.
  • Boven op deze houtstapel leg je, eveneens kruislings, een stuk of 10 aanmaakhoutjes. Denk aan ca. 2x2x25 cm. En helemaal bovenop leg je een aanmaakblokje. In de wat kleinere stookkamers leg je alle stukken gewoon in de lengte, maar altijd met wat ruimte, zodat de lucht daar makkelijk tussendoor kan gaan.
  • Steek het aanmaakblokje vervolgens aan en het vuur begint van boven naar beneden te branden. Op deze manier warmt de houtstapel langzaam op, het brandt hierdoor langer, het vuur is meer gecontroleerd en bovendien is deze methode een stuk beter voor het milieu. De rookgassen die ontstaan onder het vuur stijgen langzaam en worden door de hitte van het vuur afgefakkeld.
  • Langzaam zal het vuur naar beneden trekken en de grote blokken die onderop de stapel liggen aansteken tot je een prachtig vlammenspel ziet. Wanneer de blokken goed vlam hebben gevat, kan de luchttoevoer deels teruggezet worden. Wordt de kachelruit zwart? Dan krijgt het vuur mogelijk te weinig zuurstof. Let op: zorg dat je weet hoe je jouw kachel hoort te bedienen.