In de meeste moderne houtkachels komt zuurstof via twee routes de verbrandingskamer binnen. De hoofdroute loopt via de bovenkant (soms van achteren). In jargon heet dit secundaire beluchting. Deze beluchting wordt zowel tijdens de aanmaakstand als in de stookstand gebruikt. De tweede route loopt via de onderzijde. Dit wordt ook wel primaire beluchting genoemd. Deze extra aanvoer van zuurstof wordt enkel ingezet bij de start van de kachel.

Let op: veel moderne kachels hebben een bedieningssysteem waarbij zowel de lucht van onder als de lucht van boven via één luchtschuif wordt bediend. Het is daarom belangrijk om te weten wat er gebeurt als je zo’n luchtschuif bedient.

In de basis zijn er twee standen relevant bij het stoken:

  1. De aanmaakstand
    In de aansteekstand krijgt de kachel veel zuurstof. Daarom staat de beluchting maximaal open. Doorgaans komt de zuurstof via de primaire route (van onder) en via de secundaire route (van boven) de verbrandingskamer binnen. Wat ook kan werken is om de eerste minuten de deur van de kachel op een kier te laten staan.

Het is belangrijk om na een minuut of 20 over te schakelen naar de stookstand. Dit moment is doorgaans bereikt zodra de brandende houtblokken witter beginnen te worden door gevormde gassen (een teken dat blokken goed branden). In de stookstand wordt de efficiency van de kachel sterk verhoogd. Ook belangrijk: in een moderne kachel wordt in de stookstand veel minder hout verbruikt.

  1. De Stookstand
    Voor de meeste kachels geldt dat de primaire route (van onder) nu wordt dichtgezet. De secundaire route (van boven) blijft geopend. De secundaire route kan hooguit een stukje worden getemperd, maar het vuur moet helder blijven branden. Wordt de kachelruit vies of zie je buiten gekleurde rook? Dan wordt het niet heet genoeg in de kachel en kan een tekort aan zuurstof daar de reden voor zijn.

Niet smoren
In de stookstand stuur je de kachel met de hoeveelheid brandstof. Niet met de zuurstoftoevoer. De secundaire beluchting (van achter en/of boven) mag daarom slechts beperkt worden geknepen. Geef je te weinig lucht? Dan daalt de verbrandingstemperatuur en zal de kachelruit vies worden.

Wil je de kachel uit laten branden? Goed nieuws, dan hoef je niets te doen. De kachel uit laten branden in de stookstand is voldoende. Uiteraard kan je de beluchting ook maximaal openzetten.