Het is belangrijk om altijd schoon en droog hout te stoken. Maar wat is het beste hout om te stoken in de houtkachel? Er bestaan namelijk veel verschillende soorten hout. Elk houtsoort beschikt over unieke eigenschappen en brandt op zijn eigen manier.

Per kilogram levert iedere houtsoort dezelfde warmte. Echter, de dichtheid van het hout verschilt (een blok eiken is zwaarder dan een blok vuren met gelijk volume). In de praktijk zie je vaak dat hout brandt zoals het groeit. Groeit de stam snel omhoog? Dan brandt het in de kachel sneller weg. Zachtere houtsoorten zoals berk en vuren zijn uitermate geschikt om het vuur mee aan te steken.

Zeer geschikte houtsoorten om te stoken in een houtkachel zijn het hout van de berk, es, eik, els en het hout van fruitbomen. Wij zetten de brandeigenschappen van de houtsoorten hieronder kort op een rij:

Geschikt stookhout:

Eikenhout
Brandt traag, geeft weinig rook en maakt een knapperend geluid dat direct geassocieerd wordt met een gezellig avondje stoken. Het is een harde houtsoort met een hoog calorisch vermogen (ontvlamt snel). Het is een perfecte houtsoort voor de wat grotere houtkachels.

Berkenhout
Brandt schoon, geeft veel warmte af, vonkt nauwelijks en maakt mooie heldere vlammen. Het is een zachte boomsoort met een zeer hoog calorisch vermogen. Omdat het hout snel brandt, is het ideaal hout om de kachel mee aan te maken.

Essenhout
Essenhout is een harde boomsoort. Het brandt trager en geeft een mooi vlammenspel. Dit maakt het hout zeer geschikt als brandhout. Het brandt regelmatig en geeft een stabiel vlambeeld.

Elzenhout
Elzenhout is een zachtere houtsoort. Het brandt snel en geeft snel veel warmte af. Dit hout is daarom zeer geschikt voor het stoken in een speksteenkachel. Doordat het hout snel warmte afgeeft, warmen ook de stenen sneller op.

Beukenhout
Hout van een beuk scoort hoog op het gebied van verbrandingswarmte, de houtsoort droogt snel en het heeft zeer goede verbrandingseigenschappen met een lage asrest (0,5 gew. %).

Hout van fruitbomen
Heeft een hoog drooggewicht en bevat veel energie. Het hout geeft hierdoor veel warmte af en brandt lang. Ook spat deze houtsoort niet tijdens het branden en geeft het een rustig en mooi vuurbeeld.

Minder geschikte houtsoorten

Niet alle soorten hout zijn geschikt om te stoken in een houtkachel. Er zijn ook houtsoorten die veel te snel branden of nare geuren veroorzaken. Hierdoor krijgen de houtgassen (hout brandt niet, maar de houtgassen) niet volledig de kans om te ontvlammen. Voorbeelden hiervan zijn wilgenhout, kastanjehout, populierenhout, lindehout, esdoornhout en naaldbomenhout.

Sommige van deze houtsoorten realiseren bij het stoken in de houtkachel ook veel rook of nare geuren. Het hout van bijvoorbeeld naaldbomen brandt wel mooi, maar is minder geschikt vanwege de snelle verbranding en de harsen die vrijkomen. Deze harsen verdampen en zorgen voor extra vervuiling (PAK’s) van het kanaal en voor geuroverlast op straat.

Het is uit den boze om te stoken met behandeld, geverfd of verlijmd hout. Dit veroorzaakt niet alleen een zeer agressieve aanslag in uw rookkanaal, er komen ook giftige gassen vrij. Deze giftige gassen verlaten via het rookkanaal de kachel en dit kan zorgen voor overlast op straat.

Daarbij is het ook van belang dat het hout geen spijkers, verf, plastic of andere onnatuurlijke elementen bevat.